Raad voor Cultuur en Rli pleiten voor brede blik op erfgoed

Nederland gaat op de schop om allerlei transities en ontwikkelingen ruimtelijk te kunnen opvangen. De gevolgen van onder meer de energietransitie, klimaatadaptatie, verstedelijking, schaalvergroting in de landbouw, technologische innovaties en veranderingen in de bevolkingssamenstelling zijn groot, onzeker en voor elke regio anders. Op verzoek van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben de raden gekeken wat deze ontwikkelingen voor het onroerend erfgoedbeleid betekenen. Dat beleid hoeft niet drastisch te worden gewijzigd, is de conclusie, er is vooral behoefte aan een cultuurverandering in de erfgoedsector.

De sector richt zich nu namelijk nog te veel op het behoud van gebouwen en te weinig op de betekenis ervan voor de omgeving. Op gebiedsniveau zal de impact van alle ontwikkelingen namelijk groot zijn. Dit is zorgelijk omdat de kwaliteit van veel stedelijke en landelijke gebieden nu al onder druk staat. De transities zijn een aanleiding om hieraan meer aandacht te geven.  De raden zien omgevingsvisies uit de Omgevingswet als een instrument waarin het Rijk, provincies en gemeenten de ontwikkelingen een plek kunnen geven, met aandacht voor de kwaliteit van de gebieden. Verhalen over erfgoed kunnen hierbij een inspiratiebron zijn, draagvlak creëren voor verandering en een verbindende rol spelen bij een gedeelde visie op de toekomst.

Aandacht voor gebruiker

Een gebouw zonder gebruiker is lastig te behouden, en leegstand leidt al gauw tot kwaliteitsverlies. Gelukkig is er de laatste jaren, onder invloed van de vastgoedcrisis, steeds meer aandacht gekomen voor tijdelijk gebruik, herbestemming en herontwikkeling. Nu de woningmarkt weer aantrekt, is het belangrijk hiermee door te gaan en niet meteen terug te keren naar de oude gewoonte van ‘bouwen in het weiland’. In dat licht pleiten de raden in hun advies voor meer aandacht voor de gebruiker. De erfgoedsector moet zijn focus verleggen van ‘selecteren en aanwijzen’ naar ‘makelen en schakelen’. Stimuleer tijdelijk en nieuw gebruik door mee te denken met de wensen van de gebruiker. Richt ook het instrumentarium hierop in.

Tot slot constateren de raden dat er actiever gezocht moet worden naar draagvlak en inbreng van jongeren en Nederlanders met een migratieachtergrond. Gebruik ook de verhalen over erfgoed die zij vertellen in de gesprekken over de toekomst van een gebied.