Aanvullende adviezen Culturele basisinfrastructuur 2021-2024 bekend

In reactie op door 95 culturele instellingen aangedragen correcties en aanvullingen past de Raad voor Cultuur in slechts één geval zijn eindoordeel aan over de subsidieaanvragen voor de Culturele basisinfrastructuur 2021-2024 (BIS). In een aantal gevallen neemt de raad wel door instellingen aangedragen feitelijke onjuistheden over, maar leidt dat niet tot een ander eindoordeel. Dit blijkt uit de aanvullende BIS-adviezen die de raad vandaag verstuurt aan minister Van Engelshoven (OCW).

De enige wijziging in het eindoordeel betreft de aanvraag van Nationale Opera & Ballet (NO&B), waarover de raad begin juni negatief adviseerde. NO&B zou tot uiterlijk 1 november aanstaande de tijd krijgen om alsnog te voldoen aan een viertal voorwaarden voor subsidie. Eén van de voorwaarden had betrekking op het ontbreken van voor de beoordeling noodzakelijke cijfermatige informatie in de aanvraag. NO&B gaf in haar reactie aan deze informatie wel degelijk te hebben ingediend. De raad constateert dat dit op een onjuiste en onvindbare plek is gebeurd, maar laat op basis van de beoordeling van dit document één van de vier voorwaarden voor subsidiëring vervallen. Daarmee valt het eindoordeel over de aanvraag van NO&B licht positiever uit. De raad adviseert nu de gevraagde subsidie toe te kennen, mits NO&B voldoet aan de resterende drie voorwaarden. Als de minister dit gewijzigde advies overneemt, krijgt NO&B hier tot 1 juni volgend jaar de tijd voor.

Verder heeft de raad de geadviseerde subsidiekorting voor Holland Festival en Oerol binnen het in de regeling toegestane maximum van 10% gebracht. Dit leidt ertoe dat de geadviseerde bedragen voor Holland Festival en Oerol licht worden verhoogd. De raad was in de beoordeling uitgegaan van een verkeerd peiljaar. Hierdoor kwam de geadviseerde korting in eerste instantie te hoog uit.

Begin juli nam de Tweede Kamer moties aan om extra geld vrij te maken voor onder andere Scapino Ballet Rotterdam en popfestival Eurosonic Noorderslag. De raad is positief over de mogelijkheid dat deze instellingen alsnog in aanmerking komen voor subsidie. Het is nu aan de minister hier uitvoering aan te geven. De raad kon de subsidieaanvragen van deze instellingen niet honoreren, ondanks een positieve beoordeling. Dit is het gevolg van het per categorie gemaximeerde aantal plaatsen en/of budget in de door de minister opgestelde BIS-regeling. De raad signaleerde al eerder dat deze regeling op bepaalde plekken knelt. Dit blijkt onder meer uit het veel grotere aantal aanvragen (220) dan het aantal beschikbare plekken (115). Echter, de raad kan alleen binnen de kaders van de bestaande regeling adviseren.

De door de raad beoordeelde culturele instellingen waren door de minister in de gelegenheid gesteld om feitelijke onjuistheden aan te dragen. De minister vroeg de raad vervolgens om een aanvullend advies op basis van de reacties. Zij maakt op Prinsjesdag haar besluit over toekenning van BIS-subsidies voor de komende vier jaar bekend.