Lokale omroep verdient meer ruimte

Het stelsel van lokale publieke omroepen in Nederland staat onder hoogspanning. Daarom moet de wettelijke eis vervallen om uit te zenden op zowel radio, tv als internet. Dat schrijven de Raad voor het Openbaar Bestuur en de Raad voor Cultuur in een brief aan de ministers Ollongren (Binnenlandse Zaken) en Slob (Media). De ministers vroegen eerder dit jaar om dit advies vanwege afspraken uit het regeerakkoord.

Door zelf te kiezen voor radio, tv en/of online krijgen de lokale omroepen meer ruimte om zoveel mogelijk mensen te bereiken in hun gemeente. Het loslaten van de verplichting om op alle kanalen uit te zenden werkt namelijk kostenbesparend. Nu gaat bijvoorbeeld veel geld naar de rechten voor de muzikale omlijsting van ‘televisiekranten’.

Lokale omroepen informeren de bewoners over wat er in hun directe omgeving gebeurt. Zij hebben belangrijke functies, zoals het bijdragen aan een gemeenschappelijke lokale identiteit en het betrekken van burgers bij het lokale bestuur. Daarnaast hebben zij een rol als waakhond van dat bestuur. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor lokaal toereikend media-aanbod. In de praktijk geven veel gemeenten geld uit aan hun eigen online informatievoorziening, bijvoorbeeld door inzet van sociale- mediakanalen, zoals Twitter, Facebook en LinkedIn. De omroepen werken intussen vaak met vrijwilligers om het hoofd boven water te houden. Ze maken er naar omstandigheden het beste van.

Financiering

Het totale budget dat vanuit het gemeentefonds beschikbaar is voor de lokale omroepen in 355 gemeenten is ongeveer € 10 miljoen. Dat bedrag is gebaseerd op een normbedrag van €1,28 per huishouden. Voor een gemeente van ca. 100.000 inwoners komt dat neer op  57.000 euro per jaar. Ter vergelijking: voor de 13 regionale omroepen is jaarlijks ongeveer €145 miljoen beschikbaar. Dat betekent dat één regionale omroep gemiddeld meer krijgt dan alle lokale omroepen samen.

De raden stellen voor om het geld via de mediabegroting van het ministerie van OCW direct aan lokale omroepen te geven, zodat het geld daar ook echt terechtkomt. Ook kunnen omroepen die samenwerken op streek- of regioniveau een positieve financiële prikkel krijgen. Hiermee kan ook samenwerking tussen publieke en private nieuwsorganisaties worden gestimuleerd.

In een vervolgadvies willen de raden nader ingaan op de publieke waarde en functies van lokale media voor een vitale lokale democratie. Later deze week stuurt de Raad voor Cultuur een ongevraagd advies aan minister Slob (media) naar aanleiding van zijn brief over het landelijke omroepbestel. Op 11 september volgt een debat in de Tweede Kamer over lokale en landelijke omroepen.