Advies Beschermingsprogramma monumenten 1959-1965

Een voordracht van 89 monumenten uit de wederopbouw, die als toonbeelden van architectuur en stedenbouw worden beschouwd, maakt deel uit van het Beschermingsprogramma voor monumenten uit de periode 1959-1965. De Raad voor Cultuur heeft aan de minister van OCW een advies uitgebracht over dit beschermingsprogramma. Per individuele aanwijzing tot rijksmonument volgt later nog een adviesverzoek aan de raad.

De raad gaat in grote lijnen akkoord met het beschermingsprogramma, maar maakt nadrukkelijk een voorbehoud: als een afzonderlijk gebouw of object onvoldoende gaaf of zeldzaam blijkt te zijn (dit zijn zware toetsingscriteria), dan kan de raad in dat geval alsnog een negatief advies geven. De raad plaatst ook kanttekeningen bij de totstandkoming van de voordracht van 89 monumenten en mist een richtinggevende visie die hieraan ten grondslag ligt. Verschillende categorieën gebouwen lijken nagenoeg geheel te ontbreken, zoals industriecomplexen, boerderijen, seriewoningbouw en defensiegebouwen. Datzelfde geldt voor meer alledaagse objecten uit de wederopbouwperiode met een grote symboolwaarde, zoals de typische bushokjes of telefooncellen.

De raad kan op dit moment nog niet beoordelen of alle geselecteerde monumenten voldoen aan de beoordelingscriteria. Bij een aantal objecten is nog onvoldoende onderbouwd wat de specifieke betekenis en kwaliteiten zijn om als ‘topmonument’ te worden gekwalificeerd.  De raad vertrouwt erop dat bij elk van de 89 individuele voordrachten een adequate omschrijving wordt gemaakt die onder meer de omvang van de bescherming helder definieert en de bijzondere betekenis en cultuurhistorische waarden onderstreept. De individuele adviezen kunnen dan door de raad snel en efficiënt worden afgerond.

De raad hoopt dat er op korte termijn ook aandacht zal worden besteed aan de architectuur en stedenbouw in de periode na 1965, waarbij naast vele uitbreidingen en nieuwbouw ook aandacht kwam voor stads- en dorpssanering. De minister heeft al laten weten dat hiervoor een plan van aanpak in voorbereiding is.