Weerbare cultuursector essentieel voor herstel

De culturele en creatieve sector kan een essentiële rol vervullen in de herstelfase na de crisis: als banenmotor, als bindmiddel voor de samenleving en als bron van verbeeldingskracht en creativiteit bij grote maatschappelijke vraagstukken. Maar dan moet de weerbaarheid van de sector wel versterkt worden. In het advies: ‘Sterker uit corona; een agenda voor herstel en transitie’ schetst de Raad voor Cultuur wat daar voor nodig is. Demissionair minister Van Engelshoven (OCW) had de raad verzocht om te reflecteren op de kansen en knelpunten in de sector in het licht van de coronacrisis. 

Het economisch belang van de sector is met 3,7% van het BNP groter dan vaak gedacht. De bijdrage van cultuur aan het ‘samen’ in de samenleving is zo mogelijk nog groter, stelt de raad. Cultuur heeft potentieel voor onze welvaart en ons welbevinden, voor leefbaarheid en sociale cohesie. Maar de cultuursector is onevenredig hard geraakt door de coronacrisis en de steun is niet evenredig terechtgekomen op de plekken waar de nood het hoogst was. Dit was met name nadelig voor zzp’ers, vrije producenten en lokale culturele instellingen. De raad noemt het daarom cruciaal om korte termijn de noodsteun te continueren en zo het potentieel van cultuur voor economie en samenleving veilig te stellen. 

Daarnaast is dit het moment om met een goed doordracht herstelplan voor de sector te komen. Daarmee kunnen structurele knelpunten aangepakt en kansrijke ontwikkelingen versneld en bestendigd worden, vindt de raad. De raad noemt met name digitalisering van het aanbod als kansrijke ontwikkeling om cultuur voor een breder publiek toegankelijk te maken. Ook ziet de raad mogelijkheden om cultuureducatie beter te verankeren in het onderwijs. Het advies sluit aan op de recent aan de informateur gestuurde investeringsagenda ‘Investeer in cultuur voor iedereen’. Hierin staat dat een verhoging van het rijksbudget voor cultuur structureel met 477 miljoen euro noodzakelijk is voor een optimale benutting van het potentieel van cultuur voor herstel en transitie na corona.

De huidige aanpak voor heropening van de sector met gebruikmaking van de recent ingevoerde Testwet vergroot de actieradius van de sector. Maar deze wet moet niet langer dan strikt noodzakelijk worden ingezet. Advies aan de minister is dus om samen met de sector te bekijken hoe sneller grotere aantallen bezoekers toegelaten kunnen worden. Vorig jaar zomer zijn al diverse protocollen ontwikkeld, waarmee dit veilig kan. Ook de resultaten van diverse experimenten, zoals het ‘Fieldlab Evenementen’, bieden aanknopingspunten. De raad kan zich ten principale niet vinden in de classificatie van de cultuursector als ‘niet-essentieel’ in de Testwet.

Het is bovendien nog onduidelijk hoe snel en in welke mate publiek zal terugkeren naar culturele activiteiten. Er zijn gerichte inspanningen nodig om het vaste publiek opnieuw te trekken en gelijktijdig nieuwe groepen aan te spreken. Hier past een coulant beleid bij ten aanzien van prestatieafspraken, zodat rust en ruimte ontstaat voor opstart en transities. Ook een verlenging van de huidige cultuursubsidieperiode is hiervoor noodzakelijk. De raad deed hiertoe eerder een oproep aan de informateur, samen met de kunstraden van Amsterdam, Groningen en Rotterdam en Kunsten ’92.