Speech voorzitter Kristel Baele

Welkom, fijn dat u dit bijzondere moment, het uitbrengen van het Advies over herstel en restitutie in relatie tot koloniale archieven; 'Omgaan met gedeelde bronnen van het koloniale verleden' met ons wil delen, sommigen door omstandigheden digitaal en sommigen digitaal, omdat ze vanuit het Caribisch gebied, Suriname of Indonesië de bijeenkomst volgen via livestream. Welcome to all online visitors as well.  

Welkom ook aan de panelleden, Charles Jeurgens, Frank Kanhai, Rita Tjien Fooh en Clara Reyes, fijn dat jullie, live en online, een bijdrage willen leveren aan het gesprek. En een bijzonder welkom aan de staatssecretaris, erg fijn dat u dit rapport persoonlijk in ontvangst wilt nemen. 
 

Context totstandkoming adviesrapport 

Mw. Dagmar Oudshoorn, commissievoorzitter, is er vandaag tot haar spijt niet bij. Dagmar is thuis. Ze heeft bedrust, want is herstellend van een operatie. Het gaat goed met haar. Commissielid dhr. Wim Manuhutu zal het advies aan u toelichten. Voor we dat doen wil ik u kort meenemen in de aanleiding, het proces van totstandkoming en de context waarbinnen dat gebeurde. 

Het rapport dat nu wordt aangeboden is niet zo zeer een vervolg, maar een aanvulling  op een eerder raadsadvies, namelijk het Advies over de omgang met koloniale collecties 'Koloniale Collecties en Erkenning van Onrecht' uitgebracht in oktober 2020. 
In dat advies was de raad niet ingegaan op koloniale archieven, omdat onze inschatting was dat die kwestie zo belangrijk en complex was, dat dit een apart adviestraject behoefde. De bewindspersoon onderschreef dat en de adviesaanvraag is ontvangen op 23 augustus 2022.

De commissie bestaande uit Dagmar Oudshoorn (voorzitter), Leo Balai, Deirdre Carasso, Michael Karabinos, Wim Manuhutu en Matthias van Rossum werd ondersteund door Pieter Bots, Philippine Jenster, Kiran Sukul en Margreet Windhorst en is gestart op 28 oktober 2022. Vanop deze plek wil ik de commissieleden en de secretarissen zeer hartelijk danken voor hun grondige werk en deskundige en betrokken inbreng. 

Het uitbrengen van het advies heeft langer geduurd dan we aanvankelijk hadden voorzien en dat heeft goede redenen. De Raad wilde dit advies nadrukkelijk opstellen in nauwe samenspraak met voormalige koloniën. In 2022 kwam het maatschappelijk en politieke gesprek over het slavernijverleden in een stroomversnelling. Dat bracht onder andere met zich mee dat het Rijk veelvuldig een beroep deed op vertegenwoordigers vanuit het Caribisch gebied en Suriname en er veel missies vanuit hier die kant uitgingen. Onze gesprekspartners gaven aan dat ze daardoor in de loop van 2022 te druk bezet waren, waarvoor van onze kant alle begrip. We hebben het adviestraject daarom even gepauzeerd en daardoor zijn we later uitgekomen dan aanvankelijk voorzien. 

Dat het iets langer duurde had ook een inhoudelijke reden. In het onderzoeken van een aanpak voor koloniale archieven kwamen we na verloop van tijd tot het voortschrijdende inzicht dat het advies niet alleen een uitwerking kon zijn van de kaders die we hebben geschetst in het advies over koloniale collecties maar een andere insteek moest kiezen, beter passend bij de vraagstukken rond archieven en documentaire collecties. Een aantal inhoudelijke aanvliegroutes zijn daarop aangepast.

Omgang Nederland met haar koloniale verleden

In deze inleiding wil ik ook stilstaan bij de afbakening van het advies. Net als andere koloniale machthebbers bezette Nederland wereldwijd talloze gebieden. We realiseren ons dat vaak niet, maar Nederland heeft door de eeuwen heen koloniale macht uitgeoefend op alle continenten in minstens 40 verschillende gebieden. Voor al die gebieden spelen vraagstukken rond de omgang, de toegankelijkheid en de ontsluiting van koloniale archieven. Daar dient Nederland zich toe te verhouden. Het advies heeft dan ook betrekking op alle gebieden waar de Nederlandse staat een koloniale relatie mee had en legt daar een aantal algemene principes voor neer.
Tegelijkertijd was met een aantal gebieden de koloniale relatie het meest langdurig en de sporen van deze koloniale relaties zijn ook het meest zichtbaar in onze huidige samenleving. Vandaar dat we ervoor hebben gekozen om inhoudelijke input op te halen bij afgevaardigden uit de volgende voormalige koloniën: Indonesië, Suriname en de Caribische eilanden en die integraal op te nemen in het adviesrapport.  

Dankwoord aan raadsleden, commissie en bureau. 

Dit was een zeer complex adviestraject en de commissie is daartoe met grote zorg samengesteld. Onze bijzondere dank gaat uit naar de commissievoorzitter Dagmar Oudshoorn, die ons in alle rust en met inzicht en overzicht door het adviestraject wist te loodsen. Heel veel dank en waardering daarvoor van de Raad. Naast je drukke baan hield je dit proces kundig op koers en daar maak ik een diepe buiging voor.
Alle commissieleden - Dagmar, Leo Balai, Deirdre Carasso, Michael Karabinos, Wim Manuhutu en Matthias van Rossum - zijn door de Raad met zorg aangezocht vanwege hun deskundigheid en ervaring. Onze grote dank en waardering gaat ook uit naar al onze gesprekspartners. We zijn hen zeer erkentelijk voor hun inbreng en betrokkenheid. 

De secretarissen, Pieter Bots, Philippine Jenster, Kiran Sukul en Margreet Windhorst, waren voor raad en commissie een grote steun en wisten van alle inhoudelijk inbreng een goed leesbaar adviesrapport te maken.

Graag wil ik iedereen bedanken voor hun inzet en de grote zorgvuldigheid bij het uitvoeren van de adviesopdracht. Het heeft geleid tot nieuwe inzichten en het waardevolle en brede advies dat vandaag gegeven wordt.