Raad voor Cultuur adviseert over aanwijzing eerste Post 65-monumenten
De Raad voor Cultuur heeft op verzoek van minister Bruins van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap advies uitgebracht over het concept aanwijzingsprogramma voor twaalf rijksmonumenten uit de periode 1965–1990, ook wel bekend als Post 65. In deze jaren werden in Nederland maar liefst vier miljoen objecten gerealiseerd. Veel gebouwen en gebieden uit deze tijd staan nu onder druk door verduurzaming, herbestemming en andere ruimtelijke opgaven.

Om te voorkomen dat waardevol erfgoed uit deze periode ongezien of willekeurig verdwijnt, is meer kennis, erkenning én draagvlak nodig. Met het aanwijzingsprogramma wil de minister een eerste stap zetten richting meer positieve aandacht, waardering en behoud van dit relatief jonge erfgoed.
De raad onderschrijft het belang van draagvlak en behoud van karakteristieke objecten uit de Post 65-periode. De maatschappelijke betekenis van dit erfgoed is groot, maar tegelijkertijd constateert de raad dat publieke erkenning nog beperkt is. Het huidige programma kan volgens de raad bijdragen aan het versterken van draagvlak.
Provinciaal draagvlak
Volgens de raad is het essentieel dat alle provincies herkenning en aansluiting vinden bij deze eerste rijksaanwijzingen. De aanwijzing van een bijzonder, nationaal tot de verbeelding sprekend monument in elke provincie kan bijdragen aan het noodzakelijke provinciale (en daarbinnen gemeentelijk) draagvlak. Dit vergroot niet alleen het regionale draagvlak, maar benadrukt ook de nationale waarde van het Post 65-erfgoed. Naar de mening van de raad dient elke provincie vertegenwoordigd te zijn in de eerste aanwijzingen van het Rijk, ook Drenthe, Noord-Brabant en Noord-Holland, die nu nog niet zijn vertegenwoordigd in de eerste selectie.
Versterking onderbouwing
De raad adviseert daarnaast om de onderbouwing van de gemaakte keuzes te versterken. De huidige selectie van twaalf objecten vindt de raad aansprekend, maar de motieven om juist deze monumenten naar voren te schuiven als toonbeelden van de periode zijn onvoldoende navolgbaar. In het vervolgtraject naar een groter Post 65-aanwijzingsprogramma raadt de raad dan ook aan om de individuele aanwijzingen zorgvuldiger te verantwoorden en het nationaal belang ervan helder te onderbouwen.
Meer aandacht voor groene openbare ruimte en landelijk gebied
Tot slot wijst de raad op het belang van groene openbare ruimte en het landelijk gebied in de Post 65-periode. Deze elementen zijn nu onderbelicht in de selectie. Juist hier liggen volgens de raad kansen om een grotere bewustwording rondom Post 65 te bevorderen, bijvoorbeeld door nadrukkelijk aandacht te hebben voor bijzondere monumenten in dorpsgemeenschappen en de ruilverkavelingen.